Woonnieuws Amsterdam

dinsdag 16 september 2014

Uitleg bedenktijd en schriftelijkheidsvereiste

Het CBS meldde 22 augustus jl de huizenprijzen  voor de vierde maand op rij gestegen zijn. De woningmarkt warmt alweer behoorlijk op en naar verluidt moet in Amsterdam alweer  boven de vraagprijs geboden worden wil een bezichtiging nog zinvol zijn. Het risico bestaat daarmee dat men, bang om de boot te missen, teveel biedt op een woning die dat eigenlijk niet waard is. Daarvoor heeft de wetgever in 2003, toen de markt ook behoorlijk op temperatuur was, de zogenaamde bedenktijd in het leven geroepen. Deze regeling, bedoeld om kopers op een verhitte markt (tegen zichzelf) te beschermen, heeft echter ook een bijwerking, waardoor kopers onbedoeld toch achter het net kunnen vissen.

In verband met de bedenktijd is ook het schriftelijkheidsvereiste ingevoerd: de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak door een particulier moet schriftelijk worden aangegaan: geen schriftelijke overeenkomst betekent dus ook (nog) geen koop. Vanaf het moment dat aan de koper een exemplaar van de door beide partijen getekende koopakte is overhandigd gaat de bedenktijd lopen; een periode van drie dagen waarin de koper die spijt heeft van zijn overhaaste aankoopbeslissing er nog vanaf kan, door de net gesloten koop weer te ontbinden. Deze bepaling is van dwingend recht. Vanaf de invoering van deze regel werd de toch al overbelaste rechterlijke macht bevrijd van allerlei kort gedingen waarin nakoming werd gevorderd van beweerdelijk mondeling tot stand gekomen koopovereenkomsten, al dan niet blijkend uit gewisselde (email) correspondentie. Wat overbleef was de vraag of deze regel, ingevoerd om kopers die in de waan van de dag overhaaste beslissingen hebben genomen tegen zichzelf te beschermen, ook aan verkopers de mogelijkheid biedt om terug te komen op het gegeven woord zolang dat niet vastligt in een door beide partijen getekende akte. Die vraag is door de Hoge Raad in 2011 bevestigend beantwoord, mits – uiteraard – ook de verkoper een particulier is. De prijs die de koper voor de bedenktijd betaalt bestaat eruit dat hij moet accepteren dat de verkoper zich ook kan bedenken zolang er nog geen getekende koopakte is, (aantoonbaar) gegeven woord of niet.

Nu is dit alles dus al bekend sinds eind 2011, dus geen reden om daar nu nog aandacht aan te besteden zou de lezer kunnen denken. Feit is echter dat van de bedenktijd sinds het begin van de vastgoedcrisis in 2008 in de praktijk weinig meer vernomen is, omdat voor overhaaste aankoopbeslissingen geen aanleiding meer bestond in de kopersmarkt die wij vanaf toen kenden. Nu de markt weer opwarmt en de vraag weer toeneemt neemt de kans op overhaaste aankopen weer toe, maar evenzeer de kans dat verkopers voordat er getekend is alsnog een beter bod voorbij zien komen en die mogelijkheid willen verzilveren. Om dat te voorkomen is het dus raadzaam (voor makelaars) om de bereikte overeenstemming direct in een koopakte vast te leggen en die door partijen meteen te laten tekenen. Daarmee wordt in ieder geval voorkomen dat de verkoper in de verleiding kom t voor een nog betere prijs van een derde te gaan.

Tot slot, nu de vraag toeneemt wordt er ook weer meer bij inschrijving verkocht. Het schriftelijkheidsvereiste geldt ook voor de verkoop bij inschrijving, ook dan geldt dat er pas verkocht is als verkoper en de hoogste bieder beiden de koopakte hebben getekend. Ook bij de verkoop bij inschrijving speelt dus de hiervoor gesignaleerde problematiek en is het zaak om na de gunning zo snel mogelijk de vastlegging en ondertekening te laten volgen.